Les 10
  Oefening: Werkwoorden in context
Vul de passende persoonsvorm in.
..... ٱلنُّوَّابُ رَئِيسًا جَدِيدً.
De afgevaardigden hebben een nieuwe president .....
اِخْتَارَ ٱلنُّوَّابُ رَئِيسًا جَدِيدًا.
De afgevaardigden hebben een nieuwe president gekozen.
..... ٱلْمَوْضُوعُ.
Het onderwerp is .....
تَغَيَّرَ ٱلْمَوْضُوعُ.
De onderwerp is veranderd.
..... عِمَارَةٌ فِي وَسَطِ ٱلْمَدِينَةِ.
Een gebouw in het midden van de stad is .....
اِنْهَارَتْ عِمَارَةٌ فِي وَسَطِ ٱلْمَدِينَةِ.
Een gebouw in het midden van de stad is ingestord.
..... ٱلسَّائِقُ وَدَخَلَ ٱلْعِمَارَةَ.
De chauffeur ..... en ging het gebouw in.
قَامَ ٱلسَّائِقُ وَدَخَلَ ٱلْعِمَارَةَ.
De chauffeur stond op en ging het gebouw in.
..... ٱلْبِنْتُ فِي ٱلسَّرِيرِ ٱلصَّغِيرِ.
Het meisje ..... in het kleine bed.
نَامَتِ ٱلْبِنْتُ فِي ٱلسَّرِيرِ ٱلصَّغِيرِ.
Het meisje sliep in het kleine bed.
مَاذَا ..... ٱلْمَلِكُ؟.
Wat ..... de koning?
مَاذَا شَاءَ ٱلْمَلِكُ؟.
Wat wilde de koning?
..... أُمُّهُ أَنَّ دِرَاسَةَ ٱلتَّارِيخِ مُفِيدَةٌ.
Zijn moeder ..... dat (de) studie van geschiedenis nuttig is.
تَظُنَّ أُمُّهُ أَنَّ دِرَاسَةَ ٱلتَّارِيخِ مُفِيدَةٌ.
Zijn moeder denkt dat (de) studie van geschiedenis nuttig is.
..... ٱلنُّوَّابُ بَعْدَ حَدِيثِهِمْ مَعَ رَئِيسِ ٱلدَّوْلَةِ.
De afgevaardigden waren ..... na hun gesprek met het staatshoofd.
حَارَ ٱلنُّوَّابُ بَعْدَ حَدِيثِهِمْ مَعَ رَئِيسِ ٱلدَّوْلَةِ.
De afgevaardigden waren verward na hun gesprek met het staatshoofd.
..... ٱلْحَدِيثُ بَيْنَ ٱلصَّدِيقَيْنِ.
Het gesprek tussen de twee vrienden was .....
طَالَ ٱلْحَدِيثُ بَيْنَ ٱلصَّدِيقَيْنِ.
Het gesprek tussen de twee vrienden was lang.
..... ٱلْمَرْأَةُ أَنْ تَتَعَلَّمَ ٱللُّغَةَ ٱلْهُولَنْدِيَّةِ.
De vrouw ..... de Nederlandse taal leren.
أَرَادَتِ ٱلْمَرْأَةُ أَنْ تَتَعَلَّمَ ٱللُّغَةَ ٱلْهُولَنْدِيَّةِ.
De vrouw wilde de Nederlandse taal leren.
..... ٱلْمُعَلِّمُ مَوْضُوعَ ٱلْحَدِيثِ.
De leraar heeft het gespreksonderwerp .....
غَيَّرَ ٱلْمُعَلِّمُ مَوْضُوعَ ٱلْحَدِيثِ.
De leraar heeft het gespreksonderwerp veranderd.
..... ٱلْخُبْزُ.
Het brood is .....
اِسْوَدَّ ٱلْخُبْزُ.
Het brood is zwart geworden.
..... تِلْكَ ٱلرِّحْلَةُ ٱلْقَصِيرَةُ مُمْتِعَةً.
Die korte reis ..... prettig.
كَانَتْ تِلْكَ ٱلرِّحْلَةُ ٱلْقَصِيرَةُ مُمْتِعَةً.
Die korte reis was prettig.
..... ٱلْحُكُومَةُ ٱلْمِنْطَقَةَ ٱلْفَقِيرَةَ.
De regering heeft de arme regio .....
عَاوَنَتِ ٱلْحُكُومَةُ ٱلْمِنْطَقَةَ ٱلْفَقِيرَةَ.
De regering heeft de arme regio geholpen.
..... بِدِرَاسَةِ ٱلْأَدَبِ.
Zij ..... in de studie van literatuur.
اِهْتَمَّتْ بِدِرَاسَةِ ٱلْأَدَبِ.
Zij was geïnteresseerd in de studie van literatuur.
..... فَي بَيْتٍ قَرِيبٍ مِنَ ٱلْكُلِّيَّةِ.
Hij ..... in een huis dichtbij de faculteit.
يُقِيمُ فَي بَيْتٍ قَرِيبٍ مِنَ ٱلْكُلِّيَّةِ.
Hij verblijft in een huis dichtbij de faculteit.
..... أُخْتِي تَذْكَرَتَهَا.
Mijn zus heeft haar kaartje .....
بَاعَتْ أُخْتِي تَذْكَرَتَهَا.
Mijn zus heeft haar kaartje verkocht.
A
Klik voor een nieuwe zin
Klik voor de vertaling
عاون
غيّر
باعت
طالت
أراد
عاونت
كانت
غيّر
يقيم
أرادت
اهتمّت
اسودّ
حار
شاء
طال
نامت
قام
تغيّر
انهارت
تظنّ
اختار
herhaal audio
In deze oefening worden het vertalen
van een korte zin en de kennis van de woorden van les 10 geoefend.