Oefening 1
سَبْعَةُ آلَافٍ وَثَمَانِيمِئَةٍ وَوَاحِدٌ وَأَرْبَعُونَ
a. zevenduizend achthonderdeenenveertig, regels voor het Nederlands: Hoofdtelwoorden worden zoveel mogelijk aaneengeschreven. Alleen na duizend en voor en na miljoen en miljard staat een spatie. Hoofdtelwoorden worden aaneengeschreven tot en met het woord duizend.
مَعَ تِسْعَةِ مَلاَيِينَ وَسِتَّةٍ وَسِتِّينَ أَلْفًا وَسَبْعِمِئَةٍ وَٱثْنِيْنِ
a. met negen miljoen zesenzestigduizend zevenhonderdentwee
رَأَيْنَا أَرْبَعَمِئَةٍ وَتِسْعَةً
a. Wij hebben (er) vierhonderdennegen gezien.
أَلْفَانِ وَمِائَةٌ وَثَلاَثَةَ عَشَرَ
a. tweeduizend honderddertien
بَعْدَ تِسْعِمِائَةٍ وَعَشَرَةِ أَمْتَارٍ.
b. na negenhonderdentien meter
سَافَرُوا مِسَافَةَ ثَمَانِينَ فَرْسَخًا.
b. Zij hebben een afstand van tachting Parasangen gereisd.
خَمْسُمِائَةٍ وَٱثْنَتانِ وَعِشْرُونَ ثَانِيَةً.
b. vijfhonderdentweeëntwintig seconden
أَلْفَانِ وَأَحَدَ عَشَرَ كِيلُو.
b. tweeduizend elf kilo
Oefening 2
اَلسَّاعَةُ ٱلْحَادِيَةُ وَأَرْبَعُ دَقَائِقَ ظُهْرًا.
فِي ٱلسَّاعَةِ ٱلسَّابِعَةِ وَٱلنِّصْفِ مَسَاءً.
اَلسَّاعَةُ ٱلْحَادِيَةَ عَشْرَةَ إِلاَّ ثُلْثًا.
فِي ٱلسَّاعَةِ ٱلتَّاسِعةِ وَٱلْرُّبْعِ صَبَاحًا.
Oefening 3
اَلْيَوْمُ ٱلسَّابِعُ مِنْ (شَهْرِ) سِبْتَمْبَرَ سَنَةَ أَلْفَيْنِ.
فِي سَنَةِ ثَلاَثٍ وَثَلاَثِينَ قَبْلَ ٱلْمِيلَادِ.
فِي ٱلْأَوَّلِ مِنْ (شَهْرِ) يَنَايِرَ عَامَ أَلْفَيْنِ وَٱثْنَيْنِ.
سَنَةَ أَلْفٍ وَتِسْعِمِائَةٍ وَتِسْعٍ وَسَبْعِينَ.
Oefening 4
فَرَأَيْتُهُ تَمْلَعُ
regel 2
ik zag hem glinsteren; voor de theorie van een werkwoord van waarneming gevolgd door een imperfectum zie les 23 paragraaf 2 punt 3.
أَرَآنِي أَحَدٌ
regel 6
أَرَآنِي is als volgt samengesteld: أَ + رَأَى + نِي; heeft mij iemand gezien?
لاَ تَغْتَمَّ
regel 7
apocopaat met hulpvocaal; zie les 9 paragraaf 3; het alternatief is لاَ تَغْتَمِمْ
فَٱنْتَفَضْتُ قَائِمًا
regel 8
Ik sprong op; lett. Ik kwam al opstaand tot bewustzijn
إِعْيَائِي
regel 14
إِعْيَاءٌ is de maṣdar van stam IV أَعْيَا \ يُعْيِي moe zijn; de radicalen ervan zijn ع ي ي
سَاعِدْنِي
pagina 404, regel 1
help mij; imperatief van stam III
أَرْسِلْ أَحَدًا
regel 1
imperatief van stam IV
لَمْ تَدَعْنِي أَتَكَلَّمُ
regel 6
Je hebt mij niet laten praten; voor de theorie over een werkwoord dat iets doet of laat zijn gevolgd door een imperfectum zie les 23 paragraaf 2 punt 4
أَهْدَاهُ
regel 8
hier begint een betrekkelijke bijzin
وَعَيْنَايَ لاَ
regel 10
terwijl mijn beide ogen niet; toestandszin
مَا يُرِيدُ مِنَ ٱلنُّقُودِ
regel 16
mā-min-constructie, in de vertaling staat het woord na min als eerste; het geld dat hij verlangt
لَا تُغْرِيهِ ٱلْمُغْرِيَاتُ
regel 18
lett. de verleidingen verleiden hem niet
بِمُجَرَّدِ أَنْ يَشْعُرُ بِأَنَّكَ تُحِبُّهُ
regel 20
مُجَرَّدِ heeft geen nunatie omdat het in een genitiefconstructie staat met de zin أََنْ يَشْعُرُ بِأَنَّكَ تُحِبُّهُ; een bijzin kan optreden als tweede lid van een genitiefconstructie.
أَنِّي تَأَكَّدتُّ ..... (بَلْ وَ)مِنْ عَطْفِهِ عَلَيَّ مِمَا يُبَشِّرُ بِٱسْتِعْدَادِهِ لِمُدَاوَاتِي إِذَا تَمَّ ٱللِّقَاءُ
pagina 405, regel 5
lett. ..... sterker nog, dat ik zeker kon zijn van genegenheid voor mij, (en) van hetgeen hij mij in het vooruitzicht stelt door zijn bereidwilligheid mij te behandelen wanneer het ontmoeten plaatsvindt
وَأُحَاوِلُ إِقْنَاعَ نَفْسِي بِصَرْفِ ٱلنَّظَرِ نِهَائِيًا عِنْ
regel 7
en ik probeer(de) mijzelf gerust te stellen (إِقْنَاعَ) door mijn blik definitief af te wenden (صَرْفِ) van; tweemaal maṣdar vertaald met te + infinitief
فَلِمَ
regel 8
het vraagteken aan het einde van de zin is een aanwijzing ervoor dat hier li-mā waarom en niet lam moet worden gelezen
وَمَا قِيلَ عَنْ
regel 11
en wat er gezegd wordt over