Les 21

  Oplossingen
Plaats de cursor op een veld om de oplossing zichtbaar te maken

Oefening 1
أَلَا تَظُنُّ أَلَّا يَسْلَمَ أَحَدٌ مِنْ هٰذَا ٱلشَّرِّ؟
1. Denk jij niet dat niemand veilig is voor dit kwaad?
اَلطَّقْسُ غَيْرُ بَارِدٍ ٱلْيَوْمَ.
2. Het weer is niet koud vandaag.
حَبَسَتِ ٱلشُّرْطَةُ نَفْسَ ٱلتَّاجِرِ غَيْرَ مَرَّةٍ.
3. De politie heeft dezelfde handelaar verschillende keren gearresteerd.
فِي أَيِّ مَعْهَدٍ كُنْتِ تَدْرُسِينَ ٱللُّغَةَ ٱلْعَرَبِيَّةَ.
4. Aan (/In) welk instituut studeerde jij de Arabische taal?
Oefening 2
لَمْ أَجِدْ أَيَّ كِتَابٍ \ كِتَابًا وَاحِدًا عَنِ ٱلْحِمَارِ فِي ٱلْمَكْتَبَةِ.
لَمْ يَعْرِفْ أَحَدُ ٱلطُّلَّابِ أَيْنَ غُرْفَةُ ٱلدَّرْسِ.
كَانَ أَخِي قَدِ ٱشْتَرَى نَفْسَ ٱلْهَدِيَّةِ.
هِلْ زُرْتَمْ \ زُرْتُنَّ قُصُورَ ٱلصَّحْرَاءِ بِأَنْفُسِكُمْ \ بِأَنْفُسِكُنَّ؟
Oefening 3
ثم إنّهُما رجَعا على أعْقابِهِما. ولم يَزالا سائِرِينَ إلى اللّيْل فوصلا إلى عَسْكَرِهِما صُبْحةَ اليومِ الثَّالِث
Vervolgens keerden zij (werkelijk) op hun schreden terug. Zij bleven reizen tot de nacht en kwamen in de ochtend van de derde dag bij hun leger aan.
ودخلا إلى الخَيْمة وجلسا على سَرير مُلْكهِما ودخلت الحُجّابُ والنُّوابُ والْأُمَراءُ والوُزَراءُ على الـمَلِك شاهريارَ، فَنَهَى وأَمَرَ وخلَع وأَعْطَى وأَوْهَبَ.
Ze gingen de tent in en gingen op de troon van hun heerschappij zitten. (De) Kamerheren, afgevaardigden, bevelhebbers (/prinsen) en ministers kwamen binnen bij koning Shahriyaar. Hij verbood, beval, zette af, gaf en schonk.
وأمر بالدُّخول إلى المدينة فدخلوا وطلع إلى قصره وأمر وزيرَهُ الأكبرَ ­ أَبَا الجارِيَتَيْنِ دِينَارَزَادَ وَشَهْرَازَادَ ٱلْآتِي ذِكْرُهُمَا ­ وقال له «خُذْ زَوْجَتِي هٰذه وَٱقْتُلْهَا!»
Hij beval de stad binnen te gaan en zo gingen zij de stad in. Hij ging op naar zijn paleis en beval zijn grote minister, de vader van de meisjes Dinarazade en Scheherazade die hierna vermeld zullen worden, en zij tegen hem “Neem deze vrouw van mij en dood haar!”
ثمّ دخل إليْها وربَطها وأَعْطَاهَا إلى الوزير فخرج بها وقَتَلَها. وأخذ الـمَلِكُ شاهريارُ سَيْفَهُ وسَلَّهُ ودخل إلى قصره ومَقاصِيرِهِ وقتل كلَّ جارِيَةٍ عِنْدَهُ وغيّر بَدالَهُنَّ
Daarop ging hij bij haar naar binnen, bond haar vast en gaf haar aan de minister. Deze ging met haar naar buiten en doodde haar. Koning Shahriyaar pakte zijn zwaard en ontblootte het. Hij ging zijn paleis en zijn vertrekken in, doodde elk slavenmeisje dat hij had en verving hen door andere.
وآلَى على نفسهِ أنْ لا يتزوّجَ قَطُّ إِلَّا ليلةً واحِدةً ويُصْبِحُ يَقْتُلُها حتَّى يَسْلَمُ من شرِّها ومَكْرِها، وقال «ما على وَجْه الأَرْضِ ٱمْرِأةٌ حُرَّةٌ قَطُّ أَبَدًا»
Hij zwoer bij zichzelf (/op zijn ziel) dat hij nooit meer zou trouwen behalve voor één nacht, en dat hij zijn vrouw (lett. haar) in de ochtend zou doden zodat hij veilig was voor haar kwaad en bedrog. Hij zei “Op het oppervlak van de wereld is er nooit meer een vrije vrouw.”
ثم إنّهُ جهّز أخاه شاهزمانَ وأرسله إلى بلاده وأرسل معه هَدايَا وتُحَفًا وأَمْوالًا وغَيْرَها. وودّعهُ وسافر إلى بلدهِ.
Vervolgens maakte hij zijn broer Shahzamaan gereed en stuurde hem naar zijn land. Hij zond cadeaus, geschenken, geld en andere zaken met hem mee. Hij (Shahzamaan) zei vaarwel tegen hem en reisde naar zijn land.
وجلس شاهريار على سريره وأمر وزيرَهُ ­ أبا الجاريتَيْنِ ­ أنْ يُزوِّجَهُ بواحدةٍ من بناتِ الأُمَراءِ فخطَب لَهُ واحدةً من بنات الأمراء ودخل عليها شاهريارُ وقضى شُغْلَهُ منها.
Shahriyaar ging op zijn troon zitten en beval zijn minister, de vader van de (twee) meisjes, hem te huwen met een van de dochters van de bevelhebbers. Zo vroeg hij (de minister) voor hem de hand van een van de dochters van de bevelhebbers, hij ging het haar naar bed en deed zijn werk met haar.
فلمّا أصبحَ الصَّباحُ أمر الوزيرَ بِقَتْلِها. ثم أخذ بنتًا غيرَها من بنات أَجْنادِهِ تلك الليلةَ وجامَعَها وأصبحَ أَمر الوزير بِقَتْلِها، فما قدَر أنْ يُخالِفَهُ فَقَتَلَهَا.
Toen het ochtend werd beval zij zijn minister haar te doden. Vervolgens nam hij die nacht een ander meisje (/andere dochter) van de dochters van zijn soldaten, vree hij met haar en beval hij in de ochtend zijn minister haar te doden. Die (/Hij) kon hem niet tegenspreken en doodde haar.
ثم أخذ ثالثَ ليلةٍ بنتًا من بَعْضِ تُجّارِ الـمدينةِ ونام معها إلى الصباح وأمره أنْ يَقْتُلَهَا فقتلها.
Daarna nam hij de derde nacht (lett. een derde nacht) een dochter van een of andere handelaar uit de stad, sliep met haar, beval hem in de ochtend haar te doden en hij doodde haar.
ولمْ يَزَلِ ٱلـملكُ شاهريارُ يأْخذُ كلَّ ليلةٍ بنتًا مِنْ أَوْلادِ التُّجارِ وبَناتِ العامّةِ ويَباتُ معهُنّ وَيُصْبِحُ يَقْتُلُهُنّ حّتى فَنِيَتِ ٱلبَناتُ وتَبَاكَتِ ٱلأُمَّهاتُ وضجّتِ ٱلنِّسْوانُ والْآباءُ والوالِداتُ
Koning Shahriyaar bleef (lett. hield niet op) iedere nacht nacht een meisje (/dochter) nemen van de kinderen van de handelaren en de meisjes van het gewone volk, met hen te slapen, en hen in de ochtend te doden. Zodat de meisjes te gronde gingen (/uitstierven, verdwenen) en de moeders met elkaar huilden, en de vrouwen, vaders en moeders het uitschreeuwden.
وصارُوا يَدْعُونَ على الـملكِ بِٱلْآفاتِ ويشكُونُهُ إلى خالِقِ السَّماوات ويسْتَغِيثُون لِسامِعِ الأَصْواتِ ومُجِيبِ الدَّعواتِ.
Zij begonnen God te smeken om kwaads tegen de koning en zij (begonnen te) klagen over hem bij de schepper van de hemelen en om hulp te vragen bij de hoorder van de stemmen en beantwoorder van de smeekbeden (God).
وكان للوزيرِ الذّي يَقتُل البناتِ لَهُ بنتٌ كبيرةٌ ٱسْمُها شهْرَزادُ والصّغيرةُ دينارَزادُ
De minister die de meisjes voor hem doodde had een grote (/oudere) dochter van wie de naam Sheherazade was en een jonge Dinarazade (lett. en de jonge was Dinarazade)
وكانتِ ٱلكبيرةُ شهرزاد قد قَرَأَتِ ٱلكتبَ والمصنّفاتِ والحكمةَ وكُتُبَ الطِّبِّيَّات وحفِظتِ ٱلْأَشْعارَ وطالَعتِ ٱلأخبار وعلِمتْ أقْوالَ النّاسِ وكلامَ الحُكَماءِ والمُلوكِ،
De grote, Sheherazade, had boeken, literaire werken, (werken over) wijsheid en boeken over (lett. van) geneeskundige zaken gelezen. Zij had gedichten uit haar hoofd geleerd, het nieuws bestudeerd en ze kende de zegswijzen van de mensen en de woorden van de wijzen en de koningen.
إِنّها عارِفةٌ لبيبةٌ حكيمةٌ أديبةٌ، قد قرأتْ ودَرَتْ، فقالتْ لِأَبِيها يَوْمًا مِنَ ٱلْأَيَّامِ «يا أَبَتَاهُ إنِّي مطالِعتُك على ما في سِرِّي».
Zij was werkelijk goed op de hoogte (lett. een kenner) intelligent, wijs en wel onderlegd. Ze had gelezen en had kennis (lett. wist). Op zekere dag zei ze tegen haar vader “(Oh) Vader, ik ga je uiteenzetten wat er in mijn binnenste is”
فقال «ما هو؟» قالت «أَشْتَهِي منك أنْ تُزَوِّجَنِي الملكَ شاهريارَ، إمّا إنَّنِي أَتَسَبَّبُ في خَلاص الخَلْق وإمّا إنني أموتُ وأَهْلِكُ وَلِي أُسْوَةٌ بِمَنْ مات وهلك».
Hij zei “Wat is het?” Ze zei “Ik verlang van jou dat je mij huwt met koning Shahriyaar; ofwel ben ik de oorzaak van de verlossing van de mensheid (/schepping), ofwel sterf ik en neem (/heb) ik een voorbeeld aan degenen die gestorven en ondergegaan zijn.
فلمّا سمِع الوزيرُ كلامَ ٱبْنَتِهِ شهرزادَ غضِب وقال «يا قليلةَ العقلِ، أنتِ لا تعلَمين أنّ الملكَ شاهريار قد أقسم على نفسِهِ أنّهُ لا يَباتُ مع البنت إِلّا ليلةً واحدةً ويُصْبِحُ يَقْتُلُهَا،
Toen de minister de woorden van zijn dochter Sheharazade hoorde werd hij boos en zei hij “(Oh) Domkop, (Uitgerekend) Jij weet niet dat koning Shahriyaar op zijn ziel gezworen heeft dat hij niet met een meisje de nacht doorbrengt anders dan (/behalve) voor één nacht, en dat hij haar in de ochtend dood,
وأنت أَهْدِيكِ إليْه ينامُ معكِ ليلةً واحدةً وَيُصْبِحُ يَأْمُرُنِي بِقتْلِكِ فَأُصْبِحُ أَقْتُلُكِ ولا أقْدِرُ أنْ أُخالِفَهُ؟». قالتْ لَه «يا أَبَتَاهُ لا بُدَّ أَنْ تَهْدِيَنِي إليْهِ وَدَعْهُ يَقْتُلُنِي!»
En jij, ik leid jou naar hem terwijl hij één nacht met jou slaapt en mij in de ochtend dwingt jou te doden, en dat ik je in de ochtend dood en hem niet kan tegenspreken?” Zij zei tegen hem “Oh vader, je moet mij naar hem leiden en hem mij laten doden!”
قال «وما الذي أقامَ عليكِ في هذا الأَمْر حتّى تُخاطِري بنفسِكِ؟» قالت «يا أَبَتَاهُ لا بُدَّ أنْ تَهْدِيَني لهُ، قَوْلًا واحِدًا وفِعْلًا جازِمًا».
Hij zei “Wat is het dat je bezielt in deze zaak dat je jezelf in gevaar brengt?” Zij zei “(Oh) Vader, je moet mij naar hem leiden, vast en zeker!”
فغضِب الوزير أبوها وقال «يا بُنَيَّةِ إنَّهُ «مَن لم يعرِفْ أنْ يتصرَّفَ في الأُمُور وقَع في المحذور»،
Haar vader de minister werd boos en zei “(Oh) (Mijn) Dochtertje, het is zo dat “Wie niet weet om te gaan met zaken die valt in moeilijkheden”,
«مَن لم يَحْسُبِ ٱلعَواقِبَ ما الدَّهْرُ له بِصاحِبٍ» ، كما قِيلَ في المَثَل السائر «كُنْتُ قاعدًا بِطولي ما خَلَّاني فُضولي»،
“Wie geen rekening houdt met de gevolgen, van die is het lot geen vriend”, zoals gezegd wordt in het gangbare spreekwoord “Ik zat languit zolang mijn nieuwsgierigheid mij met rust liet”
وأنا أخْشى عليك أَنْ يَتِمَّ لَكِ ما تمّ للحِمارِ والثَّوْرِ مع الزَّرّاعِ». قالتْ «يا أَبَتَاهُ وما تمّ للحمار والثور مع الزراع؟»
Ik vrees voor jou dat met jou gebeurt wat met de ezel en de os met de landbouwer (/boer) gebeurd is”. Ze zei “Vader, wat is er gebeurd met de ezel en de os met de landbouwer?”