Les 3

  Oplossingen
Plaats de cursor op een veld om de oplossing zichtbaar te maken

Oefening 1
عِنْدَهُ
bij hem, erbij
بِجَانِبِهِنَّ
naast hen
عَنِّي
over mij
لَكِ
voor jou
مَعَهُمْ
met hen
لَكُمْ
voor jullie
بِهِ
met hem, ermee
عَلَيَّ
op mij
Oefening 2.a
حُجْرَتُكَ
jouw kamer
دُرُوسُهُمْ
hun lessen
فُنْدُقُكُمْ
jullie hotel
وَلَدُهَا
haar jongen
بُيُوتُهُ
zijn huizen
مَكْتَبَتُنَا
onze bibliotheek
Oefening 2.b
حُجْرَتُكَ ٱلْمُرِيحَةُ
jouw comfortabele kamer
دُرُوسُهُمُ ٱلصَّعْبَةُ
hun moeilijke lessen
فُنْدْقُكُمُ ٱلْجَمِيلُ
jullie mooie hotel
وَلَدُهَا ٱلصَّغِيرُ
haar kleine jongen
بُيُوتُهُ ٱلْكَثِيرَةُ
zijn vele huizen
مَكْتَبَتُنَا ٱلْكَبِيرَةُ
onze grote bibliotheek
Oefening 3.a
كِتَابُ ٱلدَّرْسِ صَعْبٌ.
Het lesboek is moeilijk.
هُنَاكَ حُجْرَةٌ فَاضِيَةٌ.
Daar (/Er) is een lege kamer.
أَيْنَ جَمَلُكَ ٱلْجَمِيلُ؟
Waar is jouw mooie dromedaris?
Oefening 3.b
كُتُبُ ٱلدَّرْسِ صَعْبَةٌ.
De lesboeken zijn moeilijk.
هُنَاكَ حُجَرٌ فَاضِيَةٌ.
Daar (/Er) zijn lege kamers.
أَيْنَ جِمَالُكَ ٱلْجَمِيلَةُ؟
Waar zin jouw mooie dromedarissen?
Oefening 4
1. In hotel “De Piramiden” bij de receptie.
2. Mohammed: Goeiedag!
3. Receptionist: Goeiedag.
4. Mohammed: Hebben jullie een vrije kamer?
5. Receptionist: Voor één persoon?
6. Mohammed: Ja.
7. Receptionist: We hebben een kamer met bad.
Oefening 5
مُحَمَّدٌ: هَلْ هُنَاكَ هَاتِفٌ فِي ٱلْحُجْرَةِ؟
8. Mohammed: Is er een telefoon in de kamer?
اَلْمُوَظَّفُ: فِي ٱلْحُجْرَةِ هَاتِفٌ وَرَادِيُو.
9. Bediende: In de kamer is een telefoon en een radio.
مُحَمَّدٌ: طَيِّبٌ.
10. Mohammed: Goed.
اَلْمُوَظَّفُ: مِنْ فَضْلِكَ، اِسْمُكَ وَعُنْوَانُكَ وَجِنْسِيَّتُكَ وَرَقْمُ جَوَازِ ٱلسَّفَرِ.
11. Bediende: Alstublieft, uw naam, adres, nationaliteit en paspoortnummer.
فِي ٱلْحُجْرَةِ.
12. In de kamer
حُجْرَةُ مُحَمَّدٍ جَمِيلَةٌ وَمُرِيحَةٌ.
13. De kamer van Mohammed is mooi en comfortabel.
فِيهَا سَرِيرٌ وَطَاوُلَةٌ وَكُرْسِيٌّ وَخِزَانَةٌ كَبِيرَةٌ وَخِزَانَةٌ صَغِيرَةٌ.
14. Erin staan een bed, een tafel, een stoel, een grote kast en een kleine kast.
اَلرَّادِيُو فَوْقَ ٱلطَّاوُلَةِ وَٱلْهَاتِفُ فَوْقَ ٱلْخِزَانَةِ ٱلصَّغِيرَةِ.
15. De radio staat op de tafel en de telefoon op de kleine kast.
بَابُ ٱلْحَمَّامِ بِجَانِبِ ٱلْخِزَانَةِ ٱلْكَبِيرَةِ.
16. De deur van de badkamer is naast de grote kast.
Oefening 6
1. In de universiteitsbibliotheek zijn veel Arabische boeken.
2. De theeglazen staan naast de grote borden op de keukentafel.
3. Zijn de studentenkamers ver van de universiteit?
4. Hoe zijn de lessen van de Arabische taal? Zijn zij moeilijk?
5. Onze auto staat voor de grote stadspoort.
6. De deuren van de lege hotelkamers zijn open.
7. Er is koude melk en hete thee in de keuken.
8. De nummers van de kamers staan op de deuren ervan.
9. Naast de grote moskee is een van de poorten van de stad.
10. De imam is in de moskee met zijn kleine zoon/jongen.
11. Hun vele drommedarissen zijn (/staan) naast de kleine piramide.
12. Hoe gaat het je grote (=oudere) dochter?
Oefening 7
هَلِ ﭐلْأَهْرَامُ بَعِيدَةٌ عَنِ ﭐلْمَدِينَةِ؟
لِلْفُنْدُقِ ﭐلْكَبِيرِ غُرَفٌ\حُجَرٌ كَثِيرَةٌ.
جَوَازُ ﭐلسَّفَرِ عَلَى مَكْتَبِ مُوَظَّفِ ﭐلِٱسْتِقْبَالِ.
هُنَاكَ قِطٌّ تَحْتَ ﭐلْكُرْسِيِّ.
دُرُوسُ مَعَلِّمِكُمْ سَهْلَةٌ.
بَيْتُ ﭐلْإِمَامِ قَرِيبٌ مِنَ ﭐلْمَسْجِدِ.
أَيْنَ كُؤُوسُ ﭐلشَّايِ؟
مَا عُنْوَانُ مَكْتَبَةِ ﭐلْجَامِعَةِ؟
كِتَابُكَ\كِتَابُكِ ﭐلْعَرَبِيُّ أَمَامَ ﭐلْهَاتِفِ.
مَا رَقْمُ غُرْفَتِكَ\غُرْفَتِكِ فِي ﭐلْفُنْدُقِ؟