Klik in het vak hiernaast voor een nieuwe zin. |
اشترت عنبا. |
Geef de zin gevocaliseerd. |
اِشْتَرَتْ عِنَبًا. |
Wat betekent de zin? |
Zij heeft druiven gekocht. |
Geef de perfectumstam van het werkwoord. |
اِشْتَرَى |
Wat is het morfeemtype van deze stam? |
اِفْتَعَلَ |
Wat is het stamnummer van het werkwoord? |
VIII |
Wat is het morfeemtype van de bijbehorende imperfectumstam? |
يَفْتَعِلُ |
Wat is de imperfectumstam van dit werkwoord? |
يَشْتَرِي |
Geef de persoonsvorm in de indicatief voor dezelfde persoon als aan het begin van de oefening. |
تَشْتَرِي |
Geef de ontkenning van de zin met lam en de apocopaat. |
لَمْ تَشْتَرِ عِنَبًا. |
Klik in het vak hiernaast voor een nieuwe zin. |
تلاقتا في السوق. |
Geef de zin gevocaliseerd. |
تَلَاقَتَا فِي ٱلسُّوقِ. |
Wat betekent de zin? |
Zij beiden hebben elkaar op de markt ontmoet. |
Geef de perfectumstam van het werkwoord. |
تَلَاقَى |
Wat is het morfeemtype van deze stam? |
تَفَاعَلَ |
Wat is het stamnummer van het werkwoord? |
VI |
Wat is het morfeemtype van de bijbehorende imperfectumstam? |
يَتَفَاعَلُ |
Wat is de imperfectumstam van dit werkwoord? |
يَتَلَاقَى |
Geef de persoonsvorm in de indicatief voor dezelfde persoon als aan het begin van de oefening. |
تَتَلَاقَيَانِ |
Geef de ontkenning van de zin met lam en de apocopaat. |
لَمْ تَتَلَاقَيَا فِي ٱلسُّوقِ. |
Klik in het vak hiernaast voor een nieuwe zin. |
صلوا أيضا. |
Geef de zin gevocaliseerd. |
صَلَّوْا أَيْضًا. |
Wat betekent de zin? |
Zij hebben ook de salat gebeden. |
Geef de perfectumstam van het werkwoord. |
صَلَّى |
Wat is het morfeemtype van deze stam? |
فَعَّلَ |
Wat is het stamnummer van het werkwoord? |
II |
Wat is het morfeemtype van de bijbehorende imperfectumstam? |
يُفَعِّلُ |
Wat is de imperfectumstam van dit werkwoord? |
يُصَلِّي |
Geef de persoonsvorm in de indicatief voor dezelfde persoon als aan het begin van de oefening. |
يُصَلُّونَ |
Geef de ontkenning van de zin met lam en de apocopaat. |
لَمْ يُصَلُّوا أّيْضًا. |
Klik in het vak hiernaast voor een nieuwe zin. |
بقيتُ عند أخي. |
Geef de zin gevocaliseerd. |
بَقِيتُ عِنْدَ أَخِي. |
Wat betekent de zin? |
Ik ben bij mijn broer gebleven. |
Geef de perfectumstam van het werkwoord. |
بَقِيَ |
Wat is het morfeemtype van deze stam? |
فَعِلَ |
Wat is het stamnummer van het werkwoord? |
I |
Wat is het morfeemtype van de bijbehorende imperfectumstam? |
يَفْعَلُ |
Wat is de imperfectumstam van dit werkwoord? |
يَبْقَى |
Geef de persoonsvorm in de indicatief voor dezelfde persoon als aan het begin van de oefening. |
أَبْقَى |
Geef de ontkenning van de zin met lam en de apocopaat. |
لَمْ أَبْقَ عِنْدَ أَخِي. |
Klik in het vak hiernaast voor een nieuwe zin. |
هل ناديتم البقال؟. |
Geef de zin gevocaliseerd. |
هَلْ نَادَيْتُمُ ٱلْبَقَّالَ؟. |
Wat betekent de zin? |
Hebben jullie de kruidenier geroepen? |
Geef de perfectumstam van het werkwoord. |
نَادَى |
Wat is het morfeemtype van deze stam? |
فَاعَلَ |
Wat is het stamnummer van het werkwoord? |
III |
Wat is het morfeemtype van de bijbehorende imperfectumstam? |
يُفَاعِلُ |
Wat is de imperfectumstam van dit werkwoord? |
يُنَادِي |
Geef de persoonsvorm in de indicatief voor dezelfde persoon als aan het begin van de oefening. |
تُنَادُونَ |
Geef de ontkenning van de zin met lam en de apocopaat. |
أَلَمْ تُنَادُوا ٱلْبَقَّالَ؟. |
Klik in het vak hiernaast voor een nieuwe zin. |
اعطاني رطل طماطم. |
Geef de zin gevocaliseerd. |
أَعْطَانِي رَطْلَ طَمَاطِمَ. |
Wat betekent de zin? |
Hij heeft mij een pond tomaten gegeven. |
Geef de perfectumstam van het werkwoord. |
أَعْطَى |
Wat is het morfeemtype van deze stam? |
أَفْعَلَ |
Wat is het stamnummer van het werkwoord? |
IV |
Wat is het morfeemtype van de bijbehorende imperfectumstam? |
يُفْعِلُ |
Wat is de imperfectumstam van dit werkwoord? |
يُعْطِي |
Geef de persoonsvorm in de indicatief voor dezelfde persoon als aan het begin van de oefening. |
يُعْطِي |
Geef de ontkenning van de zin met lam en de apocopaat. |
لَمْ يُعْطِنِي رَطْلَ طَمَاطِمَ. |
Klik in het vak hiernaast voor een nieuwe zin. |
هل دعوتِ «ولد الحرام»؟ |
Geef de zin gevocaliseerd. |
هَلْ دَعَوْتِ «وَلَدُ ٱلْحَرَامِ»؟ |
Wat betekent de zin? |
Heb je "bastaard" geroepen? |
Geef de perfectumstam van het werkwoord. |
دَعَا |
Wat is het morfeemtype van deze stam? |
فَعَلَ |
Wat is het stamnummer van het werkwoord? |
I |
Wat is het morfeemtype van de bijbehorende imperfectumstam? |
يَفْعُلُ |
Wat is de imperfectumstam van dit werkwoord? |
يَدْعُو |
Geef de persoonsvorm in de indicatief voor dezelfde persoon als aan het begin van de oefening. |
تَدْعِينَ |
Geef de ontkenning van de zin met lam en de apocopaat. |
أَلَمْ تَدْعِي «وَلَدُ ٱلْحَرَامِ»؟ |
Klik in het vak hiernaast voor een nieuwe zin. |
استبقينا الزجاجات. |
Geef de zin gevocaliseerd. |
اِسْتَبْقَيْنَا ٱلزُّجَاجَاتِ. |
Wat betekent de zin? |
Wij hebben de flessen bewaard. |
Geef de perfectumstam van het werkwoord. |
اِسْتَبْقَى |
Wat is het morfeemtype van deze stam? |
اِسْتَفْعَلَ |
Wat is het stamnummer van het werkwoord? |
X |
Wat is het morfeemtype van de bijbehorende imperfectumstam? |
يَسْتَفْعِلُ |
Wat is de imperfectumstam van dit werkwoord? |
يَسْتَبْقِي |
Geef de persoonsvorm in de indicatief voor dezelfde persoon als aan het begin van de oefening. |
نَسْتَبْقِي |
Geef de ontkenning van de zin met lam en de apocopaat. |
لَمْ نَسْتَبْقِ ٱلزُّجَاجَاتِ. |
Klik in het vak hiernaast voor een nieuwe zin. |
تمنياها رحلة سعيدة. |
Geef de zin gevocaliseerd. |
تَمَنَّيَاهَا رِحْلَةً سَعِيدَةً. |
Wat betekent de zin? |
Zij beiden hebben haar een goede reis gewenst. |
Geef de perfectumstam van het werkwoord. |
تَمَنَّى |
Wat is het morfeemtype van deze stam? |
تَفَعَّلَ |
Wat is het stamnummer van het werkwoord? |
V |
Wat is het morfeemtype van de bijbehorende imperfectumstam? |
يَتَفَعَّلُ |
Wat is de imperfectumstam van dit werkwoord? |
يَتَمَنَّى |
Geef de persoonsvorm in de indicatief voor dezelfde persoon als aan het begin van de oefening. |
يَتَمَنَّيَانِ |
Geef de ontkenning van de zin met lam en de apocopaat. |
لَم يَتَمَنَّيَاهَا رِحْلَةً سَعِيدَةً. |
Klik in het vak hiernaast voor een nieuwe zin. |
انقضت المحادثة. |
Geef de zin gevocaliseerd. |
اِنْقَضَتِ ٱلْمُحَادَثَةُ. |
Wat betekent de zin? |
De bespreking werd afgesloten. |
Geef de perfectumstam van het werkwoord. |
اِنْقَضَى |
Wat is het morfeemtype van deze stam? |
اِنْفَعَلَ |
Wat is het stamnummer van het werkwoord? |
VII |
Wat is het morfeemtype van de bijbehorende imperfectumstam? |
يَنْفَعِلُ |
Wat is de imperfectumstam van dit werkwoord? |
يَنْقَضِي |
Geef de persoonsvorm in de indicatief voor dezelfde persoon als aan het begin van de oefening. |
تَنْقَضِي |
Geef de ontkenning van de zin met lam en de apocopaat. |
لَمْ تَنْقَضِ ٱلْمُحَادَثَةُ. |