Klik in het vak hiernaast voor een nieuwe zin. |
اشتدت الزحمة. |
Wat is het stamnummer van het werkwoord? |
VIII |
Geef de zin gevocaliseerd. |
اِشْتَدَّتِ ٱلزَّحْمَةُ. |
Wat betekent de zin? |
De drukte is verhevigd. |
Geef de perfectumstam van het werkwoord. |
اِشْتَدَّ |
Wat is het morfeemtype van deze stam? |
اِفْتَعَلَ |
Wat is het morfeemtype van de bijbehorende imperfectumstam? |
يَفْتَعِلُ |
Wat is de imperfectumstam van dit werkwoord? |
يَشْتَدُّ |
Geef de persoonsvorm in de indicatief voor dezelfde persoon als aan het begin van de oefening. |
تَشْتَدُّ |
Geef de ontkenning van de zin met lam en de apocopaat. |
لَمْ تَشْتَدِدِ ٱلزَّحْمَةُ |
Klik in het vak hiernaast voor een nieuwe zin. |
اختلفا. |
Wat is het stamnummer van het werkwoord? |
VIII |
Geef de zin gevocaliseerd. |
اِخْتَلَفَا. |
Wat betekent de zin? |
Zij (beiden) hebben van mening verschild. |
Geef de perfectumstam van het werkwoord. |
اِخْتَلَفَ |
Wat is het morfeemtype van deze stam? |
اِفْتَعَلَ |
Wat is het morfeemtype van de bijbehorende imperfectumstam? |
يَفْتَعِلُ |
Wat is de imperfectumstam van dit werkwoord? |
يَخْتَلِفُ |
Geef de persoonsvorm in de indicatief voor dezelfde persoon als aan het begin van de oefening. |
يَخْتَلِفَانِ |
Geef de ontkenning van de zin met lam en de apocopaat. |
لَمْ يَخْتَلِفَا. |
Klik in het vak hiernaast voor een nieuwe zin. |
تحدثن عن العطلة. |
Wat is het stamnummer van het werkwoord? |
V |
Geef de zin gevocaliseerd. |
تَحَدَّثْنَ عَنِ ٱلْعُطْلَةِ. |
Wat betekent de zin? |
Zij hebben over de vakantie gepraat. |
Geef de perfectumstam van het werkwoord. |
تَحَدَّثَ |
Wat is het morfeemtype van deze stam? |
تَفَعَّلَ |
Wat is het morfeemtype van de bijbehorende imperfectumstam? |
يَتَفَعَّلُ |
Wat is de imperfectumstam van dit werkwoord? |
يَتَحَدَّثُ |
Geef de persoonsvorm in de indicatief voor dezelfde persoon als aan het begin van de oefening. |
يَتَحَدَّثْنَ |
Geef de ontkenning van de zin met lam en de apocopaat. |
لَمْ يَتَحَدَّثْنَ عَنِ ٱلْعُطْلَةِ. |
Klik in het vak hiernaast voor een nieuwe zin. |
قدّمتَها الي. |
Wat is het stamnummer van het werkwoord? |
II |
Geef de zin gevocaliseerd. |
قَدَّمْتَهَا إِلَيَّ. |
Wat betekent de zin? |
Jij hebt haar aan mij voorgesteld. |
Geef de perfectumstam van het werkwoord. |
قَدَّمَ |
Wat is het morfeemtype van deze stam? |
فَعَّلَ |
Wat is het morfeemtype van de bijbehorende imperfectumstam? |
يُفَعِّلُ |
Wat is de imperfectumstam van dit werkwoord? |
يُقَدِّمُ |
Geef de persoonsvorm in de indicatief voor dezelfde persoon als aan het begin van de oefening. |
تُقَدِّمُ |
Geef de ontkenning van de zin met lam en de apocopaat. |
لَمْ تُقَدِّمْهَا إِلَيَّ. |
Klik in het vak hiernaast voor een nieuwe zin. |
هل قرؤوا تلك الجمل؟ |
Wat is het stamnummer van het werkwoord? |
I |
Geef de zin gevocaliseerd. |
هَلْ قَرَؤُوا تِلْكَ ٱلْجُمَلَ؟ |
Wat betekent de zin? |
Hebben zij die zinnen gelezen? |
Geef de perfectumstam van het werkwoord. |
قَرَأَ |
Wat is het morfeemtype van deze stam? |
فَعَلَ |
Wat is het morfeemtype van de bijbehorende imperfectumstam? |
يَفْعَلُ |
Wat is de imperfectumstam van dit werkwoord? |
يَقْرَأُ |
Geef de persoonsvorm in de indicatief voor dezelfde persoon als aan het begin van de oefening. |
يَقْرَؤُونَ |
Geef de ontkenning van de zin met lam en de apocopaat. |
أَلَمْ يَقْرَؤُوا تَلْكَ ٱلْجُمَلَ؟ |
Klik in het vak hiernaast voor een nieuwe zin. |
سافرنا الى الجنوب. |
Wat is het stamnummer van het werkwoord? |
III |
Geef de zin gevocaliseerd. |
سَافَرْنَا إِلَى ٱلْجَنُوبِ. |
Wat betekent de zin? |
Wij zijn naar het zuiden gereisd. |
Geef de perfectumstam van het werkwoord. |
سَافَرَ |
Wat is het morfeemtype van deze stam? |
فَاعَلَ |
Wat is het morfeemtype van de bijbehorende imperfectumstam? |
يُفَاعِلُ |
Wat is de imperfectumstam van dit werkwoord? |
يُسَافِرُ |
Geef de persoonsvorm in de indicatief voor dezelfde persoon als aan het begin van de oefening. |
نُسَافِرُ |
Geef de ontkenning van de zin met lam en de apocopaat. |
لَمْ نُسَافِرْ إِلَى ٱلْجَنُوبِ. |
Klik in het vak hiernaast voor een nieuwe zin. |
اجتمع القادة. |
Wat is het stamnummer van het werkwoord? |
VIII |
Geef de zin gevocaliseerd. |
اِجْتَمَعَ ٱلْقَادَةُ. |
Wat betekent de zin? |
De leiders zijn bijeen gekomen. |
Geef de perfectumstam van het werkwoord. |
اِجْتَمَعَ |
Wat is het morfeemtype van deze stam? |
اِفْتَعَلَ |
Wat is het morfeemtype van de bijbehorende imperfectumstam? |
يَفْتَعِلُ |
Wat is de imperfectumstam van dit werkwoord? |
يَجْتَمِعُ |
Geef de persoonsvorm in de indicatief voor dezelfde persoon als aan het begin van de oefening. |
يَجْتَمِعُ |
Geef de ontkenning van de zin met lam en de apocopaat. |
لَمْ َبَجْتَمِعِ ٱلْقَادَةُ. |
Klik in het vak hiernaast voor een nieuwe zin. |
هل احتللتن المعهد؟ |
Wat is het stamnummer van het werkwoord? |
VIII |
Geef de zin gevocaliseerd. |
هَلِ ٱحْتَلَلْتُنَّ ٱلْمَعْهَدَ؟ |
Wat betekent de zin? |
Hebben jullie het instituut bezet? |
Geef de perfectumstam van het werkwoord. |
اِحْتَلَّ |
Wat is het morfeemtype van deze stam? |
اِفْتَعَلَ |
Wat is het morfeemtype van de bijbehorende imperfectumstam? |
يَفْتَعِلُ |
Wat is de imperfectumstam van dit werkwoord? |
يَحْتَلُّ |
Geef de persoonsvorm in de indicatief voor dezelfde persoon als aan het begin van de oefening. |
تَحْتَلِلْنَ |
Geef de ontkenning van de zin met lam en de apocopaat. |
أَلَمْ تَحْتَلِلْنَ ٱلْمَعْهَدَ؟ |
Klik in het vak hiernaast voor een nieuwe zin. |
استمرت الدروس. |
Wat is het stamnummer van het werkwoord? |
X |
Geef de zin gevocaliseerd. |
اِسْتَمَرَّتِ ٱلدُّرُوسُ. |
Wat betekent de zin? |
De lessen hebben voortgeduurd. |
Geef de perfectumstam van het werkwoord. |
اِسْتَمَرَّ |
Wat is het morfeemtype van deze stam? |
اِسْتَفْعَلَ |
Wat is het morfeemtype van de bijbehorende imperfectumstam? |
يَسْتَفْعِلُ |
Wat is de imperfectumstam van dit werkwoord? |
يَسْتَمِرُّ |
Geef de persoonsvorm in de indicatief voor dezelfde persoon als aan het begin van de oefening. |
تَسْتَمِرُّ |
Geef de ontkenning van de zin met lam en de apocopaat. |
لَمْ تَسْتَمْرِرِ ٱلدُّرُوسُ. |
Klik in het vak hiernaast voor een nieuwe zin. |
أعددتِ الجلسة. |
Wat is het stamnummer van het werkwoord? |
IV |
Geef de zin gevocaliseerd. |
أَعْدَدتِّ ٱلْجَلْسَةَ. |
Wat betekent de zin? |
Jij hebt de zitting voorbereid. |
Geef de perfectumstam van het werkwoord. |
أَعَدَّ |
Wat is het morfeemtype van deze stam? |
أَفْعَلَ |
Wat is het morfeemtype van de bijbehorende imperfectumstam? |
يُفْعِلَ |
Wat is de imperfectumstam van dit werkwoord? |
يُعِدُّ |
Geef de persoonsvorm in de indicatief voor dezelfde persoon als aan het begin van de oefening. |
تُعِدِّينَ |
Geef de ontkenning van de zin met lam en de apocopaat. |
لَمْ تُعِدُّي ٱلْجَلْسَةَ. |